‘Elf november is de dag, dat mijn lichtje, dat mijn lichtje, elf november is de dag, dat mijn lichtje branden mag!’ Deze week is het weer tijd voor het Oer-Hollandse feest Sint Maarten. Voor veel kinderen is het één van de mooiste dagen van het jaar. Op school worden lampionnen gemaakt of ouders kopen een mooi exemplaar, op elf november zelf brul je de longen uit je lijf en wordt je beloond met heel veel snoep. Eenmaal weer thuis spreid je je buit op tafel. Wat een berg snoep! Er zijn ook kinderen die iets minder van het Sint Maarten-feest houden. Zo’n kind was ik vroeger. Ik vond dat bij de deuren langsgaan om liedjes te zingen vreselijk. Gaf mij maar Sinterklaas!
‘Sint Maarten, Sint Maarten, de koeien hebben staarten’
Als kind was ik niet bepaald fan van Sint Maarten. Het lampion knutselen vond ik nog wel leuk, evenals de buit aan het einde van de avond. Maar dat zingen bij de buren? Afschuwelijk vond ik het. In de eerste plaats omdat ik al van jongs af aan onzeker ben over mijn zangkwaliteiten – terecht overigens, ik zing zo vals als een kraai – en ten tweede omdat ik dat zingen voor snoep ergens een beetje vond lijken op schooien.
Geen snoep maar mandarijnen
Ondanks dat ik het Sint Maarten-feest eigenlijk maar niets vond kan ik mij goed herinneren dat ik toch wel een paar jaar achter elkaar met mijn zus of later met mijn broertje bij de buren langs geweest ben om te zingen. Samen ging het in ieder geval altijd beter dan alleen. Eén adres in de straat was daarbij het minst favoriet. Deze buurvrouw beloonde ons gezang nooit met snoep, maar met mandarijnen.
Leuke herinneringen
Toch heb ik ook leuke herinneringen aan Sint Maarten. Zo gaf een buurvrouw ooit een kwartje omdat ze vergeten was snoep in huis te halen. Of de buurvrouw die klaagde dat ze enorm veel snoep in huis had gehaald maar er bijna niemand bij haar aan had gebeld waardoor wij alle snoepjes mee mochten nemen.
Sint Maarten anno 2015
Afgelopen jaar woonden wij in november nog maar net in ons nieuwe huis. Omdat ik nog niet echt bekend was met de buurt en dus geen idee had hoeveel kinderen ik kon verwachten, kocht ik heel veel snoep in en stond ik met mijn snoeptrommel klaar voor alle kinderen. Aan het einde van de avond was er niemand langs geweest en was ik blijven zitten met zakken vol snoep, en dat vond ik helemaal geen ramp! Ik denk dat ik dit jaar maar weer flink ga inslaan. Als er dan weer niemand langs komt spreid ik aan het einde van de avond al het snoep op tafel en ga ik heerlijk genieten van mijn Sint Maarten-buit!